Veenhuizen is ontstaan aan het begin van de 19e eeuw, zo rond 1823. Generaal Johannes van den Bosch, voorzitter van de Maatschappij van Weldadigheid, bouwt op verzoek van de staat een kolonie in Noord Drenthe. Bedoeld voor de opvang en heropvoeding van wezen, armen en landlopers. Om deze mensen onder te brengen bouwt hij drie gestichten, carrévormige gebouwen: Veenhuizen 1, 2 en 3.
Veenhuizen 1 stond aan het begin van Veenhuizen waar nu Norgerhaven is, het 2e gesticht is het huidige Gevangenismuseum en Veenhuizen 3 stond op de akker achter het huidige complex ‘Oud Bergveen’. Aan de buitenzijde van het carré waren de woningen van bewaarders gelegen. De ruimtes die aan de binnenplaats grensden werden bevolkt door de ‘verpleegden’ of te wel degenen die verplicht in Veenhuizen waren ondergebracht.
Later wordt het beheer van Veenhuizen 'overgenomen' door de Nederlandse Staat. Veenhuizen werd een strafkolonie. Landloperij en bedelarij waren strafbaar en wie hiervoor werd opgepakt werd ‘opgezonden’ naar Veenhuizen, voor straf en heropvoeding. Alle gebouwen, huizen, wegen, bossen en landerijen, met uitzondering van de Hoofdweg, vielen onder beheer van het Ministerie van Justitie en de dienst der Domeinen. Veenhuizen was een gesloten gebied waar men alleen binnen mocht als men er daadwerkelijk iets te zoeken had.
In de woningen met de stichtelijke spreuken op de gevel, “Orde en Tucht”, “Humaniteit” of “Lering door Voorbeeld”, woonden de ambtenaren. Wie werkte in Veenhuizen moest er ook wonen en andersom. Aan de grootte en kenmerken van de huizen was de strenge hiërarchie af te lezen.
Deze situatie duurde voort tot in de jaren '70 van de twintigste eeuw. Rond 1980 werd Veenhuizen een 'gewoon' dorp. Gewoon tussen aanhalingstekens, want het beeld van het dorp wordt beheerst door haar geschiedenis en door de drie nog bestaande penitentiaire inrichtingen. Veel inwoners werken nog steeds in de gevangenissen.
Veenhuizen was een strafkolonie die zoveel mogelijk zelfvoorzienend was. Alles wat men nodig had om te leven en te werken werd in Veenhuizen verbouwd en geproduceerd.
Op het hoogtepunt leefden er ongeveer 5000 mensen in Veenhuizen die ook medische zorg nodig hadden. Onder architectuur van architect Metzelaar werd het Hospitaalcomplex gebouwd, bestaande uit het grote hospitaalgebouw, een quarantaineziekenhuis, een ijskoepel, een lijkenhuisje, een keukengebouw, een apotheek en 2 woningen.
Men was van mening dat licht en frisse lucht een belangrijke bijdrage leverden aan het herstel van de patiënten. Daarom hebben alle ruimtes (ziekenzalen) in het Hospitaalgebouw en het Quarantainegebouw grote ramen aan de zuidzijde van het gebouw die ook grotendeels geopend kunnen worden. In iedere zaal konden 10 mannen ondergebracht worden.
De woning ‘Bitter en Zoet’ (huidige kamers 7 t/m 10) is gebouwd als apotheek van het complex. Later werd dit gebouw veranderd in een woning voor ambtenaren. De woning ‘Toewijding’ (huidige kamers 1 t/m 6) was het huis van de geneesheer-directeur. De woning ‘Plichtgevoel’ (huidige kamers 11 t/m 15) was de woning van de apotheker en later van het hoofd van de verpleging.
In het keukengebouw waren de keukens voor de ziekenhuismaaltijden, de spoelkeuken en de bakkerij ondergebracht. Deze functie is helemaal in ere hersteld, want dit gebouw herbergt nu onze a la carte-keuken, de bakkerij en de afwaskeuken.
Architect Metzelaar heeft ook voor de tuinen prachtige ontwerpen gemaakt. Hiervan getuigen nu nog de meer dan 100 jaar oude hortensia’s en de grote lindes, beuken en kastanjebomen. Bijzonder is ook de vleugelnootboom, die ’s avonds wordt aangelicht.
Voordat de gestichten gebouwd konden worden, werd eerst de infrastructuur van kanalen en sloten aangelegd. Met de hand werd de Kolonievaart uitgegraven en er werd om de 750 meter een zijkanaal, een zogenaamde‘wijk’, aangelegd. Voor de beheersing van de waterhuishouding werdeneen aantal sluizen gebouwd.
De woeste gronden werden met en door de verpleegden ontgonnen om er landbouwgrond van te maken of bomen op te planten. Zo ontstond een bijzondere landschapsstructuur van rechte vaarten, wijken en sloten en later van rechte wegen en lanen. Veenhuizen was in de vroege jaren alleen per trekschuit te bereiken vanuit Assen en Meppel.
Het Fochteloërveen ligt op loop- en fietsafstand en geeft een prachtig beeld van de situatie in dit gebied voor 1822. Woeste, natte veengrond en heide. Leeg en afgelegen en voor wie er de weg niet kende, onbegaanbaar. Nu is het Fochteloërveen een prachtig natuurgebied. Eén van de weinige overgebleven hoogveengebieden van Nederland, waar ook nog eens kraanvogels broeden.
Het dorp Veenhuizen is nu onderdeel van de gemeente Noordenveld (Drenthe) en ligt tegen de grens met de provincie Friesland. De oppervlakte van het huidige dorp is ongeveer 3000 hectare. Hiervan is ± 1700 hectare in gebruik als landbouwgrond, ± 1000 hectare is bos en hei. Huizen en bedrijven beslaan ongeveer 300 hectare. Er wonen ongeveer 1100 mensen.
Veenhuizen ligt centraal in Noord-Nederland, in de driehoek Assen - Drachten - Groningen.
De afstand naar Assen bedraagt 16 km, Drachten 30 km en Groningen 35 km.
Last but not least, in juli 2021 heeft Veenhuizen, als onderdeel van de Koloniën van Weldadigheid, de UNESCO Werelderfgoed status verkregen.
Suzanna Jansen schreef een boek over haar familiegeschiedenis, Het Pauperparadijs, waarin ze de geheimen uit haar verleden ontrafelde en er achter kwam dat haar voorouders in het derde Gesticht van de onvrije Kolonie Veenhuizen 'gezeten' hebben.
Het boek werd een best-seller en sindsdien werd bekend dat ongeveer 1 miljoen Nederlanders ergens in hun familiegeschiedenis een verbinding hebben met de gestichten van de Maatschappij van Weldadigheid.
Tom de Ket en Suzanna Jansen maakten samen een theaterspektakel van haar boek. In 2016 en 2017 werden er ruim 90 voorstellingen gespeeld en bezochten meer dan 90.000 mensen Veenhuizen. In 2018 is de voorstelling in Theater Carré in reprise gegaan. Een enorm succes, waardoor veel mensen kennis hebben gemaakt met de rijke historie van Veenhuizen.
Via het Drents Archief en wellicht een bezoek aan het Gevangenismuseum kunt u op zoek naar uw 'roots' in Veenhuizen. De archieven van Veenhuizen worden steeds verder gedigitaliseerd en zijn voor iedereen toegankelijk via www.allekolonisten.nl.